Preambule
In de medegebruiksvergunning 2022 werd een geluidsruimte vergund van 9.39 km2 exclusief meteomarge. De geluidswinst die sinds 2019 is ontstaan door het inzetten van stillere toestellen en door beperking van het vliegen aan de randen van de dag is in de medegebruiksvergunning voor dat jaar niet in rekening gebracht. Het effect van deze beide ontwikkelingen was op het moment van het verlenen van de medegebruiksvergunning 2022 nog niet te bepalen, maar dit is voor de komende jaren wel mogelijk. Bij de uitwerking van de “Proefcasus Eindhoven Airport” is afgesproken dat er geen geplande landingen meer zouden plaatsvinden na 23.00 uur, in plaats van na de tot dan toe geldende grens van 23.30 uur. Volgens opgave van Eindhoven Airport hebben in het jaar 2019 in totaal 826 landingen na 23.00 uur plaatsgevonden. Op grond van de door de Eindoven Airport aan het LEO verstrekte gegevens over de eerste 3 kwartalen van 2023 is het aannemelijk dat in dit jaar minder dan 300 landingen na 23.00 uur zullen plaatsvinden. Hierdoor zou het oppervlak binnen de 35 Ke contour en opzichte van 2019 afnemen met ruim 0.08 km2.
Kanttekeningen
1.
Ten behoeve van de aanvraag medegebruiksvergunning 2024 is de vlootvernieuwing in kaart gebracht (To70 22.273.07- notitie vlootvernieuwing EA t/m 2024). Dit rapport komt uit op een effectieve vlootvernieuwing van circa 20 %, die ook in de aanvulling op de aanvraag van Eindhoven Airport (20230830/RH) is opgenomen. In het ADECS rapport Validatie vlootvernieuwing 2024 Eindhoven Airport (i&w230807v4not/rS/kd) wordt de schatting van To70 gevalideerd. Hoewel ADECS op een iets hoger percentage vlootvernieuwing uitkomt zien wij af van een reactie daarop.
2.
Op welke manier deze vlootvernieuwing is verwerkt tot een vermindering van de geluidsruimte is niet navolgbaar, omdat de betreffende berekeningen niet als bijlage bij de aanvraag of de ontwerpvergunning zijn opgenomen. Dit steekt temeer, omdat het ontbreken van dit soort informatie al is gesignaleerd in onze reactie op de medegebruiksvergunning 2022. Dit is niet in lijn met de transparantie die van de partijen binnen het LEO mag worden verwacht.
3.
In het “Aanvullend advies Van Geel geluidreductie Eindhoven Airport” wordt gemotiveerd dat 60 % vlootvernieuwing zal leiden tot 25 % reductie van het geluidsoppervlak binnen de 35 Ke contour. Een vlootvernieuwing van effectief 20 % in 2024 ten opzichte van 2019 zou dientengevolge moeten leiden tot een reductie van de geluidsruimte met circa 8 %, wat neerkomt op 0.78 km2 (uitgaand van de in het Luchthavenbesluit vergunde civiele geluidsruimte van 9.39 km2 exclusief meteomarge). Uit de ontwerp vergunning blijkt dat de vergunde geluidsruimte in 2024 (8.9 km2) slechts 0.49 km2 kleiner is dan die in 2022 (en die in het referentiescenario 2019, dus de vergunde 9.39 km2). In de aangevulde aanvraag van Eindhoven Airport wordt verzocht de geluidswinst die ontstaat door de vlootvernieuwing in mindering te brengen geluidsruimte passend bij de realisatie van het vliegverkeer in 2019. Dit gaat voorbij aan het gegeven dat deze realisatie niet past binnen de vergunde geluidsruimte, dus niet als referentie mag dienen.
4.
Als de in 2024 te realiseren vlootvernieuwing en de reeds uitgevoerde beperkingen van het vliegen aan de randen van de dag volledig worden meegenomen, resulteert voor dat jaar een geluidsruimte van 9.39 km2 verminderd met een oppervlak 0.08 km2 (daadwerkelijk minder vliegen na 23.00 uur) en 0.78 km2 (vlootvernieuwing). Dit leidt tot een geluidsruimte van 8.53 km2 (alle getallen zijn exclusief meteomarge). Het gegeven dat in de ontwerpvergunning voor 2023 een geluidsruimte wordt vergund van 8.9 km2, in combinatie met een maximum van 41.500 vliegbewegingen, biedt in principe de mogelijkheid dat Eindhoven Airport de tot nu toe bereikte geluidswinst deels gaat gebruiken voor een toename van het aantal vliegbewegingen t.o.v. het referentiescenario 2019 in plaats van voor een vermindering van de geluidsbelasting voor de omgeving. Dit “neveneffect” zou een ongewenste ontwikkeling zijn. Anderzijds biedt de vergunde geluidsruimte van 8.9 km2 ook de mogelijkheid om bij vlootvernieuwing de “oude” vliegtuigen te vervangen door zwaardere “nieuwe” exemplaren. Dit gebeurt feitelijk al, maar mag bij het opstellen van het komende Luchthavenbesluit niet gebruikt worden om het referentiescenario 2019 of de reductie van de geluidsruimte in 2030 t.o.v. 2019 aan te passen.
5.
In het rapport “Opnieuw Verbonden” van Pieter van Geel wordt gesproken over het begrenzen van het maximum aantal vliegbewegingen op 41.500 voor de jaren 2020 en 2021. Deze getalsmatige begrenzing is echter geformuleerd voordat (ook aan Pieter van Geel) bekend werd dat het daarop gebaseerde referentiescenario in strijd is met het Luchthavenbesluit (zie de preambule). Het is dus onjuist het rapport te gebruiken om – zonder nadere motivatie – aan dit aantal vast te houden.
6.
Omdat een bijlage met de invoergegevens van de (door het NLR) uitgevoerde berekeningen ontbreekt, is het onduidelijk of voor de nieuwe toestellen, waarvan de prestatiegegevens uit de meest recente Appendices zijn gebruikt, ook de feitelijk uitgevoerde startprocedures in de betreffende berekeningen zijn meegenomen.
19 oktober 2023
Namens de Vereniging Belangenbehartiging Omwonenden Welschap,
Cees Beemer
Door de Beus
Klaas Kopinga
Stefan Nuijs
Seyno Sluyterman